Al Capone

Maffiabaas in Chicago, vastgezeten op Alcatraz

Al Capone

Al Capone is geboren in New York in 1899. Hij groeide op in Brooklyn en was een goede student op school, maar hij had moeite om zich aan de strikte regels te houden van de katholieke school. Op zijn 14e werd hij geschorst en begon hij met werken in een snoepwinkel en een bowlingbaan. Daar kwam hij onder invloed te staan van gangster Johnny Torrio.

In 1918 trouwde hij met Mae Josephine Coughlin en kreeg in datzelfde jaar een zoon, Albert Francis “Sonny” Capone.  

Een jaar later ging hij op uitnodiging van Johnny Torrio, wie als handhaver werkte voor de misdaadbaas James Colosimo, ook wel Big Jim genoemd, naar Chicago, waar hij begon als uitsmijter. In 1920 werd Big Jim vermoord en Al Capone werd gezien als de vermoedelijke dader. Capone werd toen de rechterhand van misdaadbaas Johnny Torrio die het misdaad imperium had overgenomen.


Al Capone
Al Capone

Misdaadbaas

In januari 1925 werd Al Capone, 26 jaar, de misdaadbaas, nadat Johnny Torrio ontslag had genomen. In zijn carriere als misdaadbaas had Capone een imperium in illegale brouwerijen en om het te vervoeren had hij een heel netwerk tot aan Canada.

Om zijn drank te verkopen, dwong hij winkels om het in hun assortiment op te nemen. Als ze dat niet wilden, werd de winkel opgeblazen. Hierbij zijn vele doden gevallen. Capone werd van vele moorden verdacht, maar bewijzen waren er bijna niet. Hij genoot de bescherming van de politie en de overheid. 

Al Capone hield ervan om zijn rijkdom te laten zien door maatpakken, sigaren, luxe eten en drinken en ook door het dragen van kostbare en over de top sieraden. Tevens probeerde hij om zijn imago op te leuken door tijdens de depressie een soepkeuken te openen in Chicago en door geld te geven aan goede doelen


Chicago Theatre
Chicago Theatre

Opgepakt

In 1929 begon het mis te gaan. Voor het dragen van een wapen werden hij en zijn bodyguard opgepakt en verbleef hij 9 maanden (werd eerder vrij gelaten voor goed gedrag) in de gevangenis in Philadelphia. Daarna werd hij verdacht van het ontduiken van de belasting, waardoor hij in 1931 werd veroordeeld voor 11 jaar in een federale gevangenis van Atlanta. 

Daarna ging het bergafwaarts met hem. Hij werd gediagnosticeerd met syfilis en gonorroe en had last van de ontwenningsverschijnselen van de cocaïne verslaving. Capone werd als zwak gezien, maar werd beschermd door andere gevangen, waardoor het verdacht rees, dat Capone een speciale behandeling kreeg. Omdat dit voor onrust zorgde in de gevangenis werd er besloten om Capone in augustus 1934 naar het zojuist geopende Alcatraz Federal Penitentiary te verplaatsen.


Cel van Al Capone in Philadelphia
Cel van Al Capone in Philadelphia

Alcatraz

Met Capone ging het in Alcatraz steeds slechter. De syfilis taste zijn hersenen aan, waardoor hij verward en gedesoriënteerd raakte. In 1936 werd hij zelfs nog aangevallen door medegevangene James C. Lucas in de waskamer.

In het laatste jaar van zijn verblijf in Alcatraz verbleef hij op de ziekenhuisafdeling. Daarna verbleef hij nog een tijdje in Californië in het Federal Correctional Institution at Terminal Island waar hij nog zijn tijd uit zat voor minachting van de rechtbank

Hij kwam voorwaardelijk vrij in 1939. De rest van zijn leven verbleef hij eerst in het ziekenhuis in Baltimore, waar werd vastgesteld dat hij zijn hersenen zo beschadigd door de vergevorderde syfilis, dat hij de mentaliteit had van een 12-jarig kind. Door de ontdekking van penicilline werd zijn leven nog gerekt totdat hij op 25 januari 1947 overleed in Palm Island aan de gevolgen van een beroerte. Hij is in Chicago begraven en in 1950 werd het lichaam verplaatst naar de Mount Carmel Cementery (kerkhof) in Hillside, Illinois.

Laundry room Alcatraz
Laundry room Alcatraz